Brieven uit Hitlers Herrengefangnis

Nadat Max Kohnstamm ter gelegenheid van Hitlers verjaardag op 20 april 1942 is vrijgelaten uit concentratiekamp Amersfoort, wordt hij in juni van dat jaar opnieuw geïnterneerd. Kohnstamm, zoals de bezetter dat noemde 'Mischling ersten Grades' en studentenleider, wordt met een tweede groep van honderden Nederlanders als gijzelaar opgesloten in Haaren en later in St. Michielsgestel. In de twee jaren die volgen schrijft Kohnstamm tientallen brieven aan zijn ouders, waarin hij zijn omgeving beziet met een open, erudiet en kritisch oog. Onder druk van de onzekerheid over het einde van zijn gevangenschap verandert de relatie tot zijn ouders en gaat hij anders denken over religie. Wat hem al die tijd op de been houdt, is de ontluikende liefde voor de vrouw die later zijn echtgenote zal worden. Afwisselend ontroerend, spannend en aangrijpend kenmerken Kohnstamms brieven zich door een opvallende en innemende beschaving. Kohnstamm noemde de gijzelaarskampen ooit Hitlers Herrengefängnis. De gijzelaars mochten de kampen alleen bij hoge uitzondering verlaten. Zij hoefden echter geen arbeid te verrichten en beschikten zelfs vaak over betere voorzieningen dan buiten het kamp. Toch was de dood als een voortdurende dreiging op de achtergrond aanwezig. De nietsontziendheid van de Duitsers kwam tot uiting in de executie van vijf gijzelaars ter vergelding van een mislukte aanslag op een militaire trein.

Geschikt voor: 1 - 100 jaar