De grote filosofen en hun problemen

De grote filosofen en hun problemen Het grote succes van het boek Over nut en nadeel van het denken voor het leven bracht de auteur ertoe ook het tweede deel van zijn lezingencyclus te publiceren. Ging het in de eerste reeks colleges om de centrale vraagstellingen en methoden van de filosofie, in dit tweede deel staan de filosofen zelf met hun concrete levens - en denkproblemen in het middelpunt van de aandacht. Liessmann laat op overtuigende wijze zien dat de denkbewegingen van de filosofie onlosmakelijk verbonden zijn met de lotgevallen van hun vertegenwoordigers. Wat in de literatuur opduikt als een filosofisch probleem, was inderdaad maar al te vaak het persoonlijke probleem van een bepaalde filosoof. Deze reeks colleges benadert de grote thema's uit de westerse filosofie op een biografische en anekdotische manier en toont hoe ook, en misschien vooral, in de filosofie leven en denken nauw met elkaar verbonden zijn. De volgende filosofen komen uitgebreid aan de orde: Socrates, Plato, Augustinus, Spinoza, Kant, Hegel, Marx, Kierkegaard, Nietzsche, Wittgenstein, Popper, Heidegger, Adorno, Anders en Arendt.

Een uitstekende, zeer toegankelijke en vaak verrassende kennismaking met de grote figuren uit de geschiedenis van de filosofie.