De Holiërhoekse en Zouteveense polder

Vele jaren heeft Paul Meuldijk rondgefietst door het open gebied tussen Rotterdam, Den Haag en Delft, een gebied van knotwilgen langs de slootjes, koeien in de wei en oude boerderijen. Door de uitbreiding van Vlaardingen en Schiedam is een van de polders, de Hoeliërhoekse- en Zouteveense polder, wel kleiner geworden maar het karakter is niet geschonden. Je kunt er nog steeds het geluid horen van het slijpen van de zeis, je ziet een boer met een koppeltje schapen lopen over de smalle polderweg tussen het weelderige fluitenkruid, en in het voorjaar zingen de leeuweriken het hoogste lied. De tijd lijkt er stil te staan, maar binnenkort zal de polder zijn agrarische functie verruilen voor een recreatieve.
De auteur geeft in woord en beeld een impressie van dit rijke gebied, van de cultuurhistorie, van het boerenleven en van de natuur.