De namen van Maria

Isa droomde altijd van kinderen. Tot Berlijn. Daar viel ze als tiener in handen van een maker van snuff-movies. In de chaos na de politie-inval die tot haar bevrijding leidde, schoot ze haar beul neer. Ze overleefde de ontvoering, maar haar kinderdroom is voorgoed voorbij. Ze is onvruchtbaar. Tien jaar later is Isa getrouwd met de steenrijke Harry van Dijck. Ze reizen naar Colombia voor een illegale adoptie. Onbekenden leveren een meisje af bij hun hotel met een briefje: Ana Maria, 6 años. Met valse papieren en kind vliegen ze terug naar Amsterdam. Wanneer ze het vliegtuig verlaten, vindt Ana Maria de rozenkrans van een medepassagier die onwel is geworden. Het lijkt een hartaanval, maar de man, een overgelopen kopstuk uit het Medellindrugskartel, is vergiftigd. De rozenkrans bevat cruciale gegevens over een grootscheeps smokkelproject op Schiphol. De drugswereld is in rep en roer en als de jacht op de drager van de gestolen informatie in volle hevigheid losbarst moet de nieuwbakken moeder alles op alles zetten om haar dochtertje te beschermen.