De ondergang van de Vesta

Willem A. van der Hidde werd in 1932 geboren te Maassluis waar zijn vader bergings-inspecteur was bij sleepvaart- en bergingsbedrijf L. Smit & Co. Als jongen groeide hij op aan de haven en de rivier. Hij was te vinden op de sleepboten, bij de rederij-werkplaatsen en het magazijn. Hij zag het timmer- en smeedwerk tot stand komen, kende de geur van teer, verf, gasolie, zeil- en touwwerk en at er de oude zeekaak van de sloepproviant. Als 5-jarige raakte hij te water tussen wal en schip. Dat werd hem bijna noodlottig, maar een jonge zeeman redde hem. Hij is deze zeeman die een bekend gezagvoerder bij het sleepbedrijf werd daarvoor nog dankbaar. Het ouderlijk verbod ooit nog aan de havenkant te komen hield slechts kort stand. Hij maakte in het stadje de oorlog mee.
Van der Hidde studeerde scheepsbouwkunde aan de HTS in Dordrecht, was in 1951 runner aan boord van de gesleepte Zweedse tanker Bia, maakte als leerlingmachinist een Atlantische rondreis met het ms. Merwede van de nv. Houtvaart, werkte als volontair op een werf in Oslo, werd reserve officier bij de K.L. en was daarmee een aantal jaren als scheepsbouwkundige in dienst van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij.
Begonnen op de tekenkamer werd dat vervolgens manager bij de afdeling scheepsreparatie van de werf. De gehele wereld behoorde tot zijn klantenkring.
In 1964 werd hij benoemd tot hull surveyor bij het Classificatie Bureau Germanischer Lloyd, waar hij tot zijn 70ste jaar zou aanblijven. Op al die jaren van interessant werk kijkt hij met genoegen terug. In zijn vrije tijd beoefende hij de genealogie, hield hij zich bezig met scheepshistorie en de geschiedenis van zijn geboortestad. Hij schreef o.a. artikelen voor de Historische Vereniging Maassluis. De combinatie van al deze bezigheden was voor hem aanleiding tot het schrijven van de familiegeschiedenis. Het verhaal DE ONDERGANG VAN DE VESTA met aan boord Dick van der Hidde, is daarvan een logisch gevolg.