Uitgevers | Kluwer, Wolters Kluwer Nederland B.V. |
Uitgavejaar | 2008 |
ISBN | 901304610X |
ISBN13 | 9789013046106 |
Taal | Nederlands |
Type | Paperback |
Het Europese procesrechtelijke landschap is in de afgelopen acht jaar ingrijpend veranderd. Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam in 1999 zijn in hoog tempo procesrechtelijke verordeningen tot stand gebracht. Recentelijk zijn daar Verordening nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (EBB-Vo) en Verordening nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe geldvorderingen (EPGV-Vo) aan toe gevoegd. Deze twee verordeningen introduceren de eerste eenvormige Europese procedures en zijn daarmee een novum in het procesrecht. Zij beogen de inning van onbetwiste respectievelijk geringe vorderingen in grensoverschrijdende zaken te vereenvoudigen, te bespoedigen en de kosten daarvan te verminderen.
In deze monografie staan deze eenvormige Europese procedures centraal en worden zij in een breder kader geplaatst. Eerst worden de IPR-vragen behandeld die aan de orde kunnen komen bij de inning van een grensoverschrijdende vordering en de praktische problemen die zich hierbij voor kunnen doen. Daarna komt de harmonisatie van het burgerlijk procesrecht in de Europese Unie, en in het bijzonder de totstandkoming van eenvormige procedures, aan de orde. Vervolgens worden de beide Europese procedures uiteengezet en van commentaar voorzien. Tot slot worden zij in onderling perspectief en in de context van enkele fundamentele vraagstukken van de harmonisatie van het Europees procesrecht beschouwd.
Deze monografie is een bewerking van een lezing die op 15 november 2005 voor de Studiekring 'Prof. Mr. J. Offerhaus' gehouden werd.