Ketterij

Engeland, 1583. Elizabeth I zit al 25 jaar op de troon, maar wordt geplaagd door katholieke samenzweringen om haar te vermoorden en Engeland te doen terugkeren naar Rome – complotten die rijpen in de Europese ambassades en de fel paapse universiteit van Oxford.

Giordano Bruno – afvallige monnik, dichter, wetenschapper en magiër – arriveert in Londen, op de vlucht voor de inquisitie vanwege beschuldigingen van ketterij. Bruno gelooft dat de aarde om de zon draait, en dat het universum oneindig is en vol zit met onontdekte werelden. Dat is genoeg om hem te doen branden op een staak.

In Engeland zoekt hij een boek met oeroude waarheden, waarvan hij gelooft dat het een eind zal maken aan de religieuze oorlogen en de manier waarop de mensheid over God denkt voor altijd zal veranderen. Bruno gerekruteerd door Elizabeths spionnenmeester, sir Francis Walsingham, en undercover naar Oxford gestuurd.

Als Bruno een patroon ontdekt in een serie gruwelijke moorden, vermoedt hij dat de moordenaar een boodschap probeert te sturen, maar wat en aan wie? Zijn de doden slachtoffers of martelaren? Op jacht naar de killer in de beschaduwde kloostergangen van de colleges en de achterbuurten van Oxford, ontdekt Bruno dat zelfs de meest wijze mannen soms waarheid en ketterij niet kunnen onderscheiden.