Morele problemen in de ouderenzorg / druk 1

De ouderenzorg baart steeds meer mensen zorgen. Er worden vragen gesteld bij de kwaliteit ervan, maar evenzeer bij de kwantiteit van het groeiend aantal ouderen dat een beroep doet op zorg,. Tegelijkertijd wordt ook de vanzelfsprekendheid van de koppeling tussen ouderen en zorg ter discussie gesteld, onder meer door de oudere zelf die streeft naar volwaardige sociale participatie. Het doel van dit boek is een samenhangende visie te bieden op morele problemen in de ouderenzorg. Centraal daarbij staat de gedachte dat het autonomiebegrip uit de gangbare ethiek een nuancering en relativering behoeft. De eenzijdige nadruk op waarden als onafhankelijkheid en zelfstandigheid en het verlangen naar een rimpelloos bestaan verhullen dat ook afhankelijkheid en zorg fundamentele kwaliteiten van het menselijk bestaan zijn. In dat verband wordt de 'zorg, voor zichzelf' als morele notie uiteengezet en wordt aandacht gegeven aan het brede perspectief van de zorgethiek. Daarmee ontstaat ruimte om de morele vooronderstellingen van de geneeskunde en van de gangbare medische ethiek ter discussie te stellen en een alternatieve visie op autonomie te ontwikkelen. Die visie sluit aan bij een andere visie op ouder worden in het algemeen. Noch de oudere die zich vastklampt aan het ideaal (of beter de illusie) van een rimpelloos bestaan noch het beeld van de onttakelde zorgbehoeftige bejaarde levert daarvoor het paradigma, maar de oudere -ook die met gebreken- die als volwaardig lid van de samenleving antwoord zoekt op de vragen van zijn levensfase. In het boek treft men zowel bijdragen met een beschouwend, filosofisch als met een praktijkgericht karakter aan. Hierdoor kan het vigerend theoretisch kader bevraagd worden, terwijl tegelijkertijd in de praktijk bruikbare analyses worden geboden.