Op de boeretoer / druk 1

Zo heet het nieuwe Westfriese boek van Peter Ruitenberg, dat in september zal verschijnen. De bekende maker van de Westfriese Spreukenkalender heeft een informatief en amusant boerendrieluik geschreven: boerehumor, boereleven, boeregekte. Zo luidt de subtitel.
In het eerste deel worden allerlei facetten van het vroegere boerenleven beschreven. De schrijver duikt in de geschiedenis en staat o.a. uitvoerig stil bij de 19de en 20ste eeuw; voor menigeen zeer herkenbaar. Tal van onderwerpen worden behandeld: van bulloupers tot de poepe die kwamme te maaien, van roike gastdage tot de Hoornse koemarkt. En nog veel meer. Alles beschreven in sappig Westfries dialect.
Het middelste deel, boeregekte, is een apart verhaal. Ruim twintig jaar heeft Peter 'nieuwe' boerenwoorden verzameld. Brood heette plotseling boerenbruin, boerentarwesesam of boerentijgerwit. Ham werd ambachtelijke boerenachterham of gegrilde boerenschouderham. En kaas noemde men extra belegen boerenkaas of boerensmeerkaas kruiden. Honderden van zulke soms wonderlijke boerenwoorden dook hij op in reclamefolders, kranten e.d. Ze werden aaneengesmeed tot een geinig verhaal. Een bespiegeling.
In het laatste deel komt de boerenhumor aan bod. Ruim vijftig anekdotische, humoristische 'stukkies' completeren het drieluik.
'Op de boeretoer' is verluchtigd met 55 pentekeningen van de in 1996 overleden bekende illustrator Maarten Oortwijn. Voorts zijn 27 oude advertenties en 31 overige illustraties opgenomen.