Uitgever | Wolters Kluwer Nederland B.V. |
Uitgavejaar | 2006 |
ISBN | 901302968X |
ISBN13 | 9789013029680 |
Taal | Nederlands |
Type | Paperback |
In dit deel van het Praktijkboek Insolventierecht worden doel en werking van de WSNP behandeld: welke schuldenaar kan onder welke omstandigheden in aanmerking komen voor een "schone lei". In het bijzonder wordt ingegaan op de gronden voor afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en voor (tussentijdse) beƫindiging daarvan.
Het tweede onderdeel van dit boek bevat aanbevelingen tot de toepassing van de WSNP. Deze aanbevelingen zijn opgesteld door de Werkgroep Faillissementen van de NVVR (Recofa) in samenwerking met de SSR, teneinde te komen tot een zo gelijk mogelijke behandeling van gelijke gevallen.
Het derde onderdeel is geheel gewijd aan de wijze van berekening van het zogenaamde vrij te laten bedrag. Ingevolge art. 295 Fw mag de schuldenaar van periodieke inkomsten niet alleen de beslagvrije voet behouden, maar ook een door de rechter-commissaris vast te stellen nominaal bedrag. De berekening van zowel het ene als het andere bedrag zorgt in de praktijk voor aanzienlijke hoofdbrekens. In dit deel wordt op heldere wijze uiteengezet hoe de beslagvrije voet en het vrij te laten bedrag berekend dienen te worden. Deze berekeningsmethodiek wordt niet alleen door vrijwel alle rechtbanken gevolgd in het kader van de WSNP, maar ook daarbuiten indien het gaat om de vaststelling van de beslagvrije voet in geval van beslag op periodieke uitkeringen op de voet van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.