Uitgever | Klement |
Uitgavejaar | 2009 |
ISBN13 | 9789086870516 |
Taal | Nederlands |
Type | Paperback |
Dit is het rechtuit en te goeder trouw geschreven boek van een ongelovige die probeert te begrijpen hoe het christendom, dit meesterstuk van religieuze scheppingskracht, zich tussen 300 en 400 n. Chr. Aan heel het Westen heeft kunnen opdringen. Hoe was het mogelijk dat de christenen, die tot dan toe nog bloedig werden vervolgd en als staatsvijanden gebrandmerkt, op 28 oktober 312 plotseling de Romeinse keizer Constantijn zelf in hun rijen mochten begroeten, om vervolgens hun religie binnen enkele generaties tot staatsgodsdienst te zien uitgroeien? Wat maakte het christelijk geloof voor deze keizer zo aantrekkelijk? Was het een kwestie van politiek opportunisme, of van persoonlijke overtuiging, of moest het aloude heidendom het in zijn ogen inhoudelijk gewoon afleggen tegen deze nieuwe religieuze avant-garde? Maar ook: wat was er van die kleine, onderdrukte sekte geworden als Constantijn dit geloof niet zou hebben aangenomen? En van Europa? Zou het heidens zijn gebleven, islamitisch zijn geworden? Op zijn eigen onnavolgbare, erudiete en vrijmoedige wijze richt historicus Paul Veyne hier zijn blik op een eeuw en op een gebeurtenis die voor Europa meer dan beslissend zijn geweest. In het voorbijgaan confronteert hij de lezer met nog tal van andere prangende vragen.