Uitgever | Uitgeverij Maitreya |
Uitgavejaar | 2002 |
ISBN | 9071886239 |
ISBN13 | 9789071886232 |
Taal | Nederlands |
Type | Paperback |
De titel Vadjrachedika betekend letterlijk Het Diamanten mes (Engels: Diamond cutter) of in de boeddhistische betekenis: "Scherp als een diamant, die alle overbodige gedachtenvorming wegsnijdt en zo iemand naar de ander zijde, de bevrijding, brengt." In India werden diamanten ooit op uitgebreide schaal gevonden en deze stenen zijn zeer hard. Een diamant breekt niet in stukken, maar snijdt door alle andere kostbare edelstenen. Toen er nog geen machines waren gebruikten juweliers diamanten om glas en andere edelstenen te snijden. Op gelijke wijze snijdt de prajna wijsheid door alle mentale verduisteringen. In de titel van de soetra is het diamanten mes in deze betekenis gebruikt.
Het beeld van snijden of doorsnijden vinden we ook terug in de traditionele iconografische afbeeldingen van de perfectie van wijsheid. Daarin hanteert Manjushri, de hemelse bodhisattva, het zwaard van wijsheid om zo de wortel van verduisteringen door te snijden. De afbeelding van twee lotussen ter hoogte van zijn hoofd is net zo belangrijk. Op beide ligt een boek uit de Prajnaparamita litteratuur. In deze iconografische afbeelding staat de lotus voor onze ware natuur, onze boeddhanatuur die niet wordt besmeurt door de verduisteringen van de wereld (samsara). Dit wordt verbeeld door de lotus die uit de modder omhoog groeit, maar er niet door besmeurd wordt. De lotus is ook het attribuut waaraan men Avalokiteshvara, de Boeddha van mededogen, herkent. Dus wordt in de iconografie de perfectie van wijsheid gekoppeld aan het zwaard van wijsheid, dat alle verduisteringen doorklieft, en het inherente mededogen van de bodhisattva's. In de eerste verzen van een aantal Madhyamaka teksten wordt eerbied betoond aan Manjughosa ('Hij met de zachtmoedige stem'), een andere naam voor Manjushri, als het zinnebeeld van het bereiken van de verlichting door middel van intellectuele inzichten. In Tibet werden grote monniken en geleerden, zoals Lama Tsong Khapa, beschouwd als een reïncarnatie van Manjushri. In de zen iconografie worden Manjushri en Avalokiteshvara, de zinnebeelden van wijsheid en mededogen, gezien als de begeleiders van Boeddha Shakyamoeni.
Zoals we al eerder gezien hebben wordt nu over het algemeen aangenomen dat de datum waarop de soetra is samengesteld rond 250 na Chr. ligt en dat zij in India is opgetekend. Vanwege het aantal verzen werd de soetra ook wel de Trishatika Prajnaparamita genoemd, De perfectie van wijsheid in driehonderd regels. Uit de tekst blijkt dat het aannemelijk is dat het onderricht dat in deze soetra staat opgetekend in verschillende gedaanten terug te vinden is in de grotere Prajnaparamita teksten van 100.000, 25.000. en 8000 regels. Het chronologisch raamwerk van de soetra ondersteunt de stelling dat het onderricht van de grote Prajnaparamita soetra's op een bondige wijze werd gerepresenteerd in de Diamant Soetra.